Met zijn grote, stoere en wat gevlekte bladeren is de bananenplant (Musa) een echte aandachtstrekker. Bij GroenRijk zetten we nu de Musa 'Tropicana' in de spotlights: een potige plant die goed groeit, de lucht zuivert en niet giftig is voor huisdieren en kinderen.
Boom van een plant
De bananenplant behoort tot de oudste fruitbomen ter wereld. En dat terwijl het eigenlijk geen boom is! De stam bestaat namelijk niet uit hout, maar wordt gevormd door de bladeren die in een spiraal groeien. De onderste bladeren sterven steeds af, maar bovenin groeit hij door. Zo groot als op de bananenplantages rond de evenaar zal de Musa 'Tropicana' bij jou thuis niet worden, maar menshoogte lukt mogelijk wel, afhankelijk van de hoeveelheid licht en voeding die hij krijgt.
Goeie sier
Een Musa 'Tropicana' haal je vooral in huis voor de sierwaarde van de grote bladeren. Je zult zien dat er zich steeds nieuwe bladeren ontrollen als je de bananenplant op een lichte plek zet en hem voldoende water en voeding geeft. Ook houdt deze plant van een hoge luchtvochtigheid. Dat kun je nabootsen door hem regelmatig te sproeien met water op kamertemperatuur, zeker in de winter als de verwarming hoog staat. Omdat je dan ook het stof van de bladeren sproeit, kan het licht daar nog beter in doordringen.
Als een zonnetje
Om goed te kunnen groeien heeft de bananenplant dagelijks minimaal vijf uur zonlicht nodig, maar hij houdt niet van al te hete middagzon. Als hij teveel in de directe zon staat, kunnen de bladeren verbranden en geel kleuren, maar bij te weinig licht zal je bananenplant minder snel groeien en gaan de bladeren hangen. Geef je Musa 'Tropicana' dus een lichte plek, maar zet hem eventueel wat verder van het raam af, zeker als deze pal op het zuiden is gericht. De oude, afstervende bladeren aan de onderkant kun je er gewoon afknippen.
Zo heeft je Musa 'Tropicana' het naar zijn zin:
- Laat de plant in de kweekpot staan zodat overtollig water naar de sierpot kan wegstromen.
- Geef regelmatig water; in de lente en zomer minstens twee keer per week.
- De aarde mag niet droog aanvoelen, maar voorkom te natte wortels.
- Geef in de lente en zomer een tot twee keer per maand kamerplantenvoeding.
- Omdat de bananenplant flink kan groeien, helpt het om hem eens per jaar te verpotten.